Een voortreffelijke, impressionistische documentaire maakte fotografe BarBara Hanlo over haar oudoom, de schrijver Jan Hanlo (1912-1969). Al in de eerste minuten van Jan Hanlo, en die man ben ik zelf introduceert een geluidscollage van een motorfiets, jazzmuziek en poëziefragmenten de wereld van Jan Hanlo, als een vanzelfsprekend, tegendraads en uit observaties van kleine wetenswaardigheden opgebouwd universum. Zijn tragische geloof in verlossing van zijn demonen door de bevrijdende onbevangenheid van jeugdige knaapjes wordt overtuigend opgeroepen door een reconstructie van Hanlo’s bezoek aan Marokko en de brieven die hij over zijn nieuwste protégé schreef, in de weken voorafgaand aan zijn dodelijke motorongeluk. De film heeft smaak, raffinement, een intrigerend ritme en een eigenzinnige, bijna experimentele vormgeving.
Hans Beerenkamp, NRC 02-05-1991
Pagina's uit het filmscript
Synopsis
De film Jan Hanlo, en die man ben ik zelf, gemaakt door achternicht BarBara Hanlo, beweegt zich vrijelijk tussen de genres documentaire en drama. Jan Hanlo, en die man ben ik zelf is misschien wel vooral een manier van kijken tot film geworden.
De film begint over het stuur van Hanlo’s motor gebogen. Begeleid door geen andere tekst dan die van Hanlo zelf trekken we over zonnevlekken en schaduwplekken een spoor door zijn leven. De film laat zien hoe Hanlo’s leven zich voortdurend tussen lichtheid en zwaarte bewoog; het lichte van zijn ernstige spel, zijn terugverlangen naar de onbevangenheid van de absolute jeugd. Het zware uit de wereld van de imperatieven: het geloof, het wetboek en de eenzaamheid.
Het dilemma, waar hij zich door zijn bewondering voor kinderen voor geplaatst zag, sloot hem aan twee kanten in. Aan de ene kant, de buitenkant, was er de maatschappij met haar oordelen en wetboek, aan de andere kant verzette Hanlo’s diepgewortelde katholieke geloof zich daar tegen. Jan Hanlo, en die man ben ik zelf gaat over dat dilemma, en over het verlangen naar vrijheid. Vrijheid die zich alleen laat veroveren via de weg van de ongeremde nieuwsgierigheid.
BarBara Hanlo maakte over haar oom, de dichter Jan Hanlo, geen poëziefilm maar filmpoëzie. Haar film Jan Hanlo, en die man ben ik zelf bestaat grotendeels uit in scène gezette beelden. Toch voldoet de film als volwaardige documentaire, omdat die beelden echo’s zijn van Jan Hanlo’s poëzie, zijn brieven, zijn notities, kortom van zijn taalgebruik en daarmee van Jan Hanlo’s gekwelde zelf. Jan Hanlo definieerde de poëzie als ‘de vakantie van de filosofie’ en dat is precies wat BarBara Hanlo met deze film maakte: vakantie van de documentaire.
Joyce Roodnat, NRC 07-12-1991